Interventie

De interventie Affectregulerende Vaktherapie is ontwikkelingsgericht en bedoeld voor kinderen, jongeren en volwassenen met een verstoorde of niet opgang gekomen affectregulatie. Het hoofddoel van de behandeling is de toename van affectregulatievaardigheden.

Bevorderen van zelfregulatie door verbeterde affectregulatievaardigheden

Affectregulatievaardigheden ontwikkelen zich in de affectieve gehechtheidsrelatie tussen ouder en kind. Kinderen leren zichzelf kalmeren, hun fysieke sensaties interpreteren en hun gedrag bijsturen als ze ervaren hebben dat ze gekalmeerd, begrepen en bijgestuurd zijn. Als deze ervaring ontbreekt, kunnen deze kinderen problemen ondervinden bij de ontwikkeling van zelfregulatie wat zichtbaar wordt in probleemgedrag (internaliserend en/of externaliserend).

Kinderen en jongeren met affectregulatieproblemen vallen op door:

een fysieke gespannen houding, geen steun, sturing en begrenzing verdragen, geen hulp verdragen (of vragen) bij oplopende spanning. Moeite met het richten, vasthouden en verdelen van aandacht. Niet kunnen delen (verbaal en non verbaal) over wat er in hen omgaat. Moeite met gewaarworden van fysiek-zintuiglijke sensaties, gevoelens en behoeften. Problemen met emotieregulatie en geen betekenis kunnen geven aan fysieke sensaties. Onbewuste affecten zetten aan tot handelen, hierop is nog geen reflectie. Een emotie is nog een affect.

Image

De interventie
Affectregulerende Vaktherapie

Affect¬regulerende Vaktherapie wordt gegeven door vaktherapeuten, in samen¬werking met opvoeders, begeleiders en leerkrachten.

Het inzetten van het vak¬therapeutische middel (muziek, beeldend, drama, spel, bewegen, dans) heeft een meerwaarde in de behandeling van deze kinderen, omdat een groot deel van de behandeling op non-verbaal niveau plaatsvindt. Opvoeders, begeleiders en leerkrachten worden begrijp het probleemgedrag vanuit een verstoorde affectregulatie. Zij mentaliseren over gevoelens, behoeften, motieven en intenties van hun pupil.