Visie
Het hoofddoel van affectregulerend behandelen en bejegenen is het bevorderen van het affectregulerend vermogen. Het affectregulerend vermogen is voorwaardelijk voor een gezonde emotionele en mentale ontwikkeling.
Het affectregulerend vermogen is het vermogen om lichamelijke sensaties, gevoelens en behoeften op te merken en (basaal) te kunnen verdragen. Een verstoorde affectregulatie kan gedrags- en emotionele problemen geven.
Het affectregulerend vermogen
Het affectregulerend vermogen ontwikkelt zich normaal in het affectieve contact tussen kind en ouders/opvoeders. Kinderen leren zichzelf kalmeren, fysieke sensaties interpreteren en het gedrag bijsturen als ze ervaren hebben dat ze gekalmeerd, begrepen en bijgestuurd zijn. Als deze affectregulerende ervaring ontbreekt (door kind- ouder- of omgevingsfactoren), kán de emotionele en mentale ontwikkeling stagneren. Het is belangrijk om in een diagnostiektraject ook te onderzoeken hoe de eerste jaren van een kind zijn verlopen en of er sprake is geweest van stressvolle ervaringen.
Het affectregulerend vermogen als beïnvloedbare factor
Er is nog geen 'tool' om affectregulatieproblemen vast te stellen. Kinderen en jongeren (en volwassenen) met een diagnose (zoals autisme, ADHD, problematische gehechtheid, trauma, angst en stemmingsstoornissen) kunnen oók affectregulatieproblemen hebben. Maar ook bij kinderen en jongeren zonder een diagnose kan het bevorderen van het affectregulerend vermogen een beïnvloedbare factor zijn waardoor probleemgedrag afneemt en de emotionele-en mentale ontwikkeling toeneemt.
Jezelf begrijpen doordat lichamelijke sensaties opgemerkt en geïnterpreteerd worden is immers voorwaardelijk voor een gezonde emotionele en mentale ontwikkeling en het aanleren van zelfregulatievaardigheden.
De interventie
Affectregulerende Vaktherapie
Affectregulerende Vaktherapie wordt door vaktherapeuten ingezet. Er wordt altijd samenwerking gezocht met opvoeders, begeleiders en leerkrachten.
Het inzetten van het vaktherapeutische middel (muziek, beeldend, drama, spel, bewegen, dans) heeft een meerwaarde in de behandeling van deze kinderen, omdat een groot deel van de behandeling op non-verbaal niveau plaatsvindt. Opvoeders, begeleiders en leerkrachten worden meegenomen in een ontwikkelingsgerichte visie. Zij leren probleemgedrag begrijpen vanuit een verstoorde affectregulatie en leren affectief reageren op de onderliggende behoefte van hun kind/pupil.